Als je op een gewone weg rijdt, buiten de autosnelwegen en de autowegen (snelle wegen aangeduid door het bord F9), en je wagen valt plots in panne … Wat doe je dan om elk risico op een ongeval te vermijden en het verkeer niet te belemmeren?

In straten met BEV - beperkt eenrichtingsverkeer - mag je als fietser (en soms ook als bromfietser klasse A) in de tegenrichting rijden. Deze maatregel verbetert het fietsnetwerk van steden aanzienlijk, maar hoe gebruik je deze BEV op een veilige manier?

Als motorrijder rijd je waarschijnlijk liever niet in de regen. Maar tenzij je je motor enkel gebruikt bij mooi weer zal dat jammer genoeg wel eens voorkomen. En natuurlijk moet je bij regenweer kledij en rijstijl aanpassen!

De bevelen van bevoegde personen gaan boven de verkeerstekens (verkeerlichten en verkeersborden), die op hun beurt dan weer boven de verkeersregels gaan. Wat zijn volgens de wegcode de belangrijkste bevelen waar ik als weggebruiker rekening moet mee houden?

Als bestuurder moet je de verkeersregels, de verkeerstekens en ook de bevelen van bevoegde personen respecteren. Maar wat primeert er nu precies? En hoe moet je reageren in geval er een combinatie is van die verschillende elementen?

Het bewijs van aansprakelijkheidsverzekering dat bij een wegcontrole moet worden getoond wordt in de volksmond wegens zijn kleur de "groene kaart" genoemd. Die benaming wordt binnenkort dus betekenisloos.