DNA kan een belangrijke rol spelen in het strafrechtelijk onderzoek. Daarmee kan een verdachte geïdentificeerd, beschuldigd maar ook vrijgepleit worden. Voorwaarde is dat het DNA-profiel opgenomen is in een databank. Wanneer dit niet het geval is kan genetische genealogie alsnog helpen.
Het belang van DNA
Simpel uitgelegd bestaat het menselijk lichaam uit miljarden cellen, elk met een eigen kern. Deze kern bevat onze genetische informatie en bestaat uit chromosomen die op hun beurt ons DNA bevatten: een lange dubbele helix-molecule met al het nodige voor de ontwikkeling en werking van het lichaam. Dit is meteen ook het basiskenmerk van iemands unieke genetische eigenschappen: de kans op een DNA-overeenkomst tussen twee mensen is ongeveer 1 op 1 miljard.
Op forensisch gebied heeft DNA veel voordelen: het is namelijk identiek in elke cel van een individu. Het blijft steeds hetzelfde, zelfs bij de ontbinding van ons lichaam. Het wordt voor de helft geërfd van de vader en voor de helft van de moeder. Het moge duidelijk zijn: DNA is uniek te noemen. Er is slechts één uitzondering: de tweeling. Doch zelfs in dit geval kan het DNA beïnvloed worden middels verschillende factoren (bijvoorbeeld roken) tijdens de levensduur van een persoon.
Waar vind je DNA?
In een strafzaak zal de expert steeds op zoek gaan naar sporen die een aanzienlijke hoeveelheid DNA bevatten, zoals bloed-, speeksel- en spermasporen.
Uiteraard geldt: hoe meer DNA er wordt gevonden, hoe groter de kans is om een bruikbaar profiel op te stellen. Het is essentieel dat deze sporen van goede kwaliteit zijn. Een gecontamineerd spoor is onbruikbaar.
Dezelfde onderzoeker kan ook zoeken naar contact-DNA. Dit wordt achtergelaten op een persoon (bijvoorbeeld een slachtoffer) of op een object (bijvoorbeeld een sigarettenpeuk of een wapen) door aanraking met de handen of de lippen.
Hoe worden de sporen benut?
Vanuit de aangetroffen sporen zal een genetisch profiel worden opgesteld. Dit profiel is uniek, maar kan nog niet gekoppeld worden aan een identiteit. Het doel is dus om te achterhalen aan wie het toebehoort. Hiervoor zal het vergeleken moeten worden met zogenaamde referentie-stalen: dit zijn stalen die afgenomen worden van een persoon.
Dergelijk staal kan bijvoorbeeld al in de DNA-databank ‘Veroordeelden’ zitten. Het is momenteel mogelijk om DNA-profielen uit te wisselen en te vergelijken tussen de 27 EU-landen, het VK, Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein. Daarnaast is het mogelijk, afhankelijk van de concrete onderzoekselementen en onder strenge voorwaarden, om vergelijkingen uit te voeren met verdachten die voorkomen in het dossier waarin de sporen zijn gevonden.
Drie verduidelijkingen zijn hierbij nodig. Ten eerste worden deze taken steeds uitgevoerd op vraag van een magistraat. De magistraat moet deze vraag steeds grondig motiveren. Ten tweede moet een positieve match worden aangevuld met ander bewijs, om te verhinderen dat iemand ten onrechte op basis van DNA-onderzoek zou veroordeeld worden. Tot slot bestaat er ook een DNA-databank ‘Criminalistiek’ waarin men sporen kan vergelijken. Ze bevat onbekende sporen verzameld op plaatsen delict.
Wanneer al deze opzoekingen en vergelijkingen niet leiden tot een match bestaat er nog een laatste mogelijke oplossing.
De genetische genealogie
Wales, 1975: drie jonge meisjes werden vermoord. Tijdens het onderzoek bleek dat de dader zijn DNA op de plaats delict had achtergelaten. Ondanks dat hij niet voorkwam in een databank zou hij toch veel later geïdentificeerd worden.
In de jaren 70 en 80 was er een "seriemoordenaar" actief in Californië die wist aan de onderzoekers te ontsnappen tot april 2018. Het was in dit jaar dat zijn DNA-profiel werd opgesteld.
Bovenstaande feiten werden op eenzelfde manier benaderd. Een individu erft genetisch materiaal van zijn vader en moeder. Hetzelfde genetisch materiaal vindt men ook bij andere familieleden (broers, zussen, nichten of neven), weliswaar met enige verschillen en in andere verhoudingen. Uit deze biologische realiteit ontstond wat bekend staat als "DNA-verwantschapsonderzoek" of "familieonderzoek". Met andere woorden: als het DNA-profiel van de dader niet wordt gevonden wordt er gezocht naar familiaal verwant DNA bij mensen die al in de databanken staan geregistreerd. Als een persoon wordt geïdentificeerd wordt er een "stamboom" opgesteld en wordt er vanuit de hypothese dat de dader een familielid is een lijst van verdachten opgesteld.
Het is dan zaak om deze lijst verder te verfijnen. Allereerst kunnen de sporen die op de plaats delict zijn gevonden aanwijzingen geven, zoals bijvoorbeeld het geslacht van de dader. Vervolgens zal er een conventioneel onderzoek worden gevoerd op basis van de eerste bevindingen. Bijvoorbeeld: om deze daden te plegen moet de dader atletisch zijn, relatief jong of de regio goed kennen.
Ten slotte zal het nodig zijn om het DNA dat op de plaats delict is gevonden te vergelijken met dat van de verdachten op de laatste opgestelde lijst.
Inbreuk op de privacy
Deze methode kan effectief zijn, maar roept toch wel enkele ernstige vragen op over de privacy. Met name als het zoeken via verwantschap gebeurt met behulp van juridische databanken. Zo heeft de Amerikaanse politie de privé-databank "MyHeritage" in het verleden reeds gebruikt, wat de doelstelling van de andere officiële databanken onderuithaalt. Bovendien kunnen onschuldige mensen op deze manier op een lijst van verdachten belanden, simpelweg vanwege familierelaties.
Belgische wetgeving
Het is belangrijk om te weten dat de wet van 7 maart 2024 familiaal onderzoek wettelijk regelt. Met andere woorden: "het zoeken naar de vader, moeder, zonen, dochters, broers of zussen van de bron van een ongeïdentificeerd DNA-profiel afkomstig van een ontdekte spoor, op basis van een vergelijking van dit DNA-profiel met de DNA-profielen van de referentiemonsters die zijn geregistreerd in de nationale DNA-databanken 'Criminalistiek' en 'Veroordeelden'."
Het is wettelijk bepaald dat dergelijk onderzoek enkel mogelijk is onder strenge voorwaarden en gebruik makende van de officiële DNA-databanken.
Claude BOTTAMEDI
Korpschef van een politiezone o.r.
Lees meer:
« Wat U moet weten over forensisch DNA-onderzoek », NICC, op https://nicc.fgov.be/upload/files/OverhetNICC/nicc-dna-magazine-nl-lr.pdf