Aanrijding met een dier: wat moet ik doen?
© Patrick Decorte

Aanrijding met een dier: wat moet ik doen?

Jammer genoeg komen aanrijdingen met dieren vaak voor op onze wegen. Doorgaans worden ze veroorzaakt door te snel rijdende voertuigen. De slachtoffers zijn huisdieren, wild of beschermde diersoorten (bijvoorbeeld dassen en wolven). Hoe reageer je best?

Wat doe je op de plaats van de aanrijding?  
Bij een aanrijding moet je eerst voor je eigen veiligheid zorgen door de nodige maatregelen te nemen (gevarendriehoek, fluohesje) om een bijkomend ongeval te voorkomen.

Vervolgens bel je de politie. Onthoud wel dat, uitgezonderd in bijzondere omstandigheden (specifiek gevaar of een stilstaand voertuig) men je zal vragen naar het politiebureau te komen waar een vereenvoudigd proces-verbaal (VPV) zal worden opgesteld. In dat geval moet je geen verklaring afleggen en kan je een kopie krijgen van het VPV. Als de politie daarentegen een gewoon PV opstelt en je verklaring afneemt dan krijg je daarvan een kopie.

Je moet de verschillende feitelijke elementen vermelden. Je verzekeraar zal je immers zoveel mogelijk bewijs vragen om het materiële aspect van de feiten te kunnen inschatten en een verband te leggen met de schade aan je voertuig. Situeer dus goed de plaats (eventueel de coördinaten noteren met behulp van je GPS) en beschrijf die goed (rechte lijn of kruispunt); noteer het uur van het ongeval; maak foto’s van het voertuig (schade, bloedsporen of plukken haar van het aangereden dier) en de plaats van het ongeval; identificeer eventuele getuigen.

Het dier: zijn verwondingen en bestemming  
Als het dier zwaargewond is en niet meer kan bewegen moet het mogelijk uit zijn lijden worden verlost. Neem daarvoor contact op met een natuurinspecteur van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). De politie kan je die gegevens bezorgen. Je bevindt je immers op de openbare weg en dit feit heeft niets te maken met de jacht. Op vraag van de politie zal de bijzondere veldwachter misschien moeten tussenkomen.
Indien het dier gewond is dien je een opvangcentrum voor vogels en wilde dieren (VOC) te contacteren. Die gegevens vind je op het internet, maar doorgaans heeft de politie die ook.

Als het aangereden dier (wild) dood is moet je kijken of het jachtseizoen open is of niet. Is het open, dan is het dier je eigendom en mag je het tot de tiende dag na de sluiting van het jachtseizoen vervoeren. Is de jacht gesloten dan moet het wilde dier in principe worden overhandigd aan het OCMW van de plaats van het ongeval. Doorgaans weigert deze instelling het dode wilde dier in die omstandigheden omdat het door een erkend vilbeluik moet worden verwerkt.

Hoe voorkom je kritieke situaties? 
Voorkomen is beter dan genezen, je past dus best steeds je snelheid aan in functie van de omstandigheden. De Wegcode stelt dat “De bestuurder moet in alle omstandigheden kunnen stoppen voor een hindernis die kan worden voorzien.” (art. 10.3). Bovendien moet je goed letten op de A27-borden (overstekend groot wild) op wegen waar grote wilde dieren passeren.

Toekomstige aanrijdingen voorkomen
Wegbeheerders kunnen aanrijdingen met wilde dieren voorkomen door preventieve maatregelen zoals wildrasters en ecoducten. Om deze wildpassages op de juiste locatie te bouwen is een goede beeldvorming onontbeerlijk. Meld daarom ongevallen met wilde dieren via www.dierenonderdewielen.be. Ook als je niet zelf bij het ongeval was betrokken, maar bijvoorbeeld een groot wild dier langs de weg ziet liggen biedt een melding via deze website een meerwaarde om zwarte punten in kaart te brengen. 


Niet koste wat het kost ontwijken  
Afhankelijk van de omstandigheden is het soms beter om niet koste wat het kost een dier te ontwijken. Je kunt immers een tegenligger hebben of door je manoeuvre voor een niet te ontwijken hindernis terecht komen.
Als je in een reflex toch uitwijkt en schade veroorzaakt aan de weginfrastructuur of aan een derde moet je een ongevallenformulier invullen als verantwoordelijke voor de veroorzaakte schade.

Burgerlijke aansprakelijkheid  
Je mag niet vergeten dat wild “res nullius” is. Dat betekent dat het niemands eigendom is en dat er dus geen eigenaar verantwoordelijk kan worden gesteld voor veroorzaakte ongevallen. De burgerlijke aansprakelijkheid van jagers kan wel worden aangesproken als zij door foutief gedrag het wild naar de weg jagen en zo een ongeval veroorzaken.
Als een huisdier echter schade veroorzaakt door over de weg te lopen zou de eigenaar daarvoor burgerlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld. In dat geval dekt de gezinspolis burgerlijke aansprakelijkheid mogelijks de kosten.

Komt mijn verzekering tussen?  
Bij het ontbreken van een verantwoordelijke derde stelt zich de vraag of je verzekering tussenkomt. De dekking “aanrijding van dieren” is doorgaans opgenomen in “omnium” of “mini-omnium” contracten, maar niet in de verplichte dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid. In dat geval moet je de kosten zelf dragen.
Hoewel de omnium in principe alle situaties dekt verschilt de reikwijdte van de mini-omnium afhankelijk van het contract en de verzekeringsmaatschappij. Over het algemeen is contact met wilde dieren en vogels in vrijheid gedekt, maar niet als het huisdieren zijn, tenzij expliciet vermeld. De verzekering komt niet tussen als de bestuurder is uitgeweken om het dier te ontwijken, noch om de kosten van eventuele verwondingen te dekken.
Om een vlotte service te verkrijgen breng je je verzekeraar zo snel mogelijk op de hoogte. De politie breng je onmiddellijk op de hoogte van het ongeval en je handelt volgens haar richtlijnen.

Serge CLICQ
Bijzondere veldwachter
Lid van de Opleidings- en examencommissies van de provincie Henegouwen