Het staat buiten kijf: als fietser ben je erg kwetsbaar in het verkeer. Het komt er dus op aan om de risico’s op een ongeval zo klein mogelijk te maken en dat kan door zelf goed te kijken en door zelf gezien te worden.
Doe je lichten aan!
Als fietser moet je, ongeacht met welk soort fiets je rijdt, lichten gebruiken tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en in alle omstandigheden wanneer je niet meer duidelijk kunt zien tot op een afstand van ongeveer 200 m. Dus ook overdag moeten je lichten branden bij mist of felle regen. Vooraan moet dat een wit of geel licht zijn en achteraan een rood. Dat laatste moet voor de andere weggebruikers vanop 100 m zichtbaar zijn.
Deze lichten mogen op je fiets of op je lichaam of je boekentas aangebracht worden. Ze moeten natuurlijk altijd goed zichtbaar zijn en ze mogen ook knipperen.
Uit onderzoek van TNO [1] blijkt dat knipperende voorlichten beter opvallen, knipperende achterlichten daarentegen niet. Bovendien kunnen knipperende fietslichten het voor de andere weggebruikers moeilijker maken om de rijrichting en de snelheid van fietsers in te schatten. Kies dus liefst continu brandende verlichting.
Ook al zijn er geen wettelijke normen voor fietsverlichting, toch kies je best voor kwaliteit. Zet je lichten zeker op tijd aan, zelfs al is het nog niet volledig donker. Het is immers uiterst belangrijk dat de andere weggebruikers je van ver kunnen zien en dat jij zelf obstakels en anderen snel opmerkt.
Kijk regelmatig na of je lichten nog goed werken en maak ze op tijd proper.
Reflectoren zijn eveneens verplicht!
Algemene regel
Fietsen moeten altijd, zowel overdag als ’s nachts, de volgende wettelijk verplichte reflectoren hebben:
- vooraan een witte;
- achteraan een rode;
- in de pedalen gele of oranje;
- in ieder wiel twee dubbelzijdige oranje of gele of een witte reflecterende strook aan weerszijden van elke band. Dit zorgt voor een goede zijdelingse zichtbaarheid.
Propere reflectoren weerkaatsen het licht veel beter dan vuile.
Uitzonderingen
Overdag zijn de hierboven vermelde reflectoren bij goede zichtbaarheid niet verplicht voor:
- fietsen met een wieldiameter van maximum 50 cm, banden niet inbegrepen (kinderfietsen en plooifietsen);
- koersfietsen en mountainbikes zonder bagagedrager.
Als koersfietsen en mountainbikes minstens één spatbord hebben dan moeten ze bij goede zichtbaarheid overdag vooraan een witte reflector hebben en achteraan een rode.
Tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en in alle omstandigheden, dus ook overdag, wanneer je niet meer duidelijk tot op een afstand van ongeveer 200 m kunt zien, moeten alle fietsen voorzien zijn van de hierboven vermelde verplichte reflectoren.
Opvallende kledij is geen overbodige luxe!
Net als voor voetgangers kan de juiste kledij ook voor fietsers het verschil maken! Lees hieromtrent Voetganger, laat je zien in het verkeer!
Kies altijd de veiligste plek
Volg de berijdbare fietspaden, als die er zijn. Let op met tweerichtingsfietspaden, want die liggen soms links naast de rijbaan in de door jou gevolgde rijrichting. Wees dan vooral aan kruispunten dubbel voorzichtig, want bestuurders die uit een andere straat het kruispunt willen oprijden en het fietspad willen oversteken verwachten wel fietsers die van links komen, maar niet altijd dat er ook fietsers van rechts kunnen komen.
Als er geen fietspad is dan mag je op de parkeerzones en gelijkgrondse bermen rijden en buiten de bebouwde kom ook op voetpaden en verhoogde bermen. Je moet dan wel altijd rechts in je rijrichting rijden.
Kan je toch niet anders dan op de rijbaan rijden, blijf dan zo dicht mogelijk bij de rechterrand.
Als je langs geparkeerde auto’s rijdt is extra voorzichtigheid en aandacht geboden. Het gebeurt immers regelmatig dat er plots een portier openzwaait of een chauffeur zonder te kijken zijn parkeerplaats verlaat.
Blijf altijd weg uit de dode hoek, want zelfs met reflecterend materiaal en je lichten in werking ben je in die dode hoek onzichtbaar voor een chauffeur! Achter een vrachtwagen blijven is dus de boodschap!
Rijd ten slotte defensief en voorzie het onvoorzienbare!
En als bestuurder van een voortbewegingstoestel?
Als je met je skeelers, je (elektrische) step of monowheel sneller dan stapvoets rijdt, dan beschouwt de wegcode je als een fietser. Je bent dan verplicht om de regels voor fietsers na te leven. Als het donker is of als overdag de zichtbaarheid minder is dan 200 m moet je vooraan een wit of geel licht hebben en achteraan een rood. Die lichten mogen verenigd zijn in één toestel en je moet ze links dragen als je rechts rijdt.
Werner VAN CANT
Politiecommissaris o.r.
Bronnen:
https://www.veiligverkeer.be/veilig-rijden/zichtbaarheid/
Artikel 30. Gebruik van de lichten : voertuigen en weggebruikers die de openbare weg volgen:
https://www.wegcode.be/nl/regelgeving/1975120109~hra8v386pu
[1] de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek